Vetten hebben net als koolhydraten en eiwitten een effect op je bloedsuiker bij diabetes type 1. Ook beïnvloedt het de werking van insuline. In dit artikel lees je wat dit effect is, wanneer het plaatsvindt en hoe je ermee kunt omgaan.
Vetten kunnen zorgen voor een late piek in je bloedsuiker
Voeding is opgebouwd uit koolhydraten, eiwitten en vetten. Ze worden ook wel macronutriënten genoemd en geven je lichaam energie. Allen hebben ze een effect op je bloedsuiker. Dus ook vetten.
Bij de diagnose diabetes type 1 leer je dat koolhydraten je bloedsuiker laten stijgen. En dat je hiervoor insuline moet doseren, om te voorkomen dat je na het eten een te hoge bloedsuiker krijgt.
In de praktijk merk je al snel dat je ondanks een correcte insulinedosering, soms toch nog een hoge bloedsuiker krijgt na de maaltijd. Een mogelijke oorzaak hiervoor kunnen de vetten in het eten zijn.
Onderzoek laat zien dat hoe meer vet er in een maaltijd zit, hoe langer het duurt voordat de bloedsuiker piekt [1]. Ook is in dit geval de bloedsuiker de eerste uren na de maaltijd lager, in vergelijking met een maaltijd waarin minder of weinig vet zit.
Meer insuline nodig bij vetten
Daarnaast laat een ander onderzoek [2] duidelijk zien dat er meer insuline nodig is, wanneer een maaltijd vet bevat ten opzichte van wanneer een maaltijd géén of weinig vet bevat. Kijk maar eens naar onderstaande grafiek uit dit onderzoek:

Met name voor de maaltijd waarin vetten én eiwitten zitten, is er meer insuline nodig (verschil van 5,4 mmol/l t.o.v. van de maaltijd met weinig vetten en eiwitten). Maar er zit ook een significant verschil in insulinebehoefte tussen de maaltijden met of zonder vet. Ook het soort vet (onverzadigd, verzadigd of transvet) heeft invloed.
Een ander onderzoek laat zien dat de deelnemers voor een pizza gemiddeld zelfs 65% extra insuline nodig hadden [3]. Ook opvallend is dat de exacte insulinebehoefte onder de deelnemers behoorlijk verschilde: van 24% extra insuline, tot 124% extra insuline bij een pizza. Dit is afhankelijk van hoe insulineresistent de persoon in kwestie is.
Omgaan met het effect van vetten op je bloedsuiker
Er zijn verschillende manieren om met de effecten van eiwitten op je bloedsuikerspiegel om te gaan.
Allereerst is het handig om inzicht te krijgen bij welke maaltijden je vetten neemt, en hoeveel. Dit kan bijvoorbeeld met gebruik van een voedingsweegschaal en de app MyFitnessPal. Dit leert je ook bij welke maaltijden je bloedsuiker later nog stijgt dankzij de vetten. Op basis hiervan kun je een aanpak vormen.
Blijkt uit het inzicht dat je bij sommige maaltijden veel meer of minder vetten eet dan anders? Dan kan het helpen om hier meer balans in te brengen. Dit zal ook helpen met het correct doseren van insuline door gebruik van je koolhydraatratio. Deze is namelijk alleen nauwkeurig wanneer de macronutriënten van maaltijd op maaltijd een vergelijkbare verhouding hebben.
Bij grote(re) hoeveelheden vetten is de kans op een late piek in de bloedsuiker groter. Dit kun je op verschillende manieren opvangen:
- Het splitsen van je dosering (met insulinepen of insulinepomp)
- Een tijdelijk hoger basaalprofiel met je insulinepomp
- Met hulp van een Hybrid Closed Loopsysteem
Gary Scheiner, auteur van het boek ‘Think like a pancreas’, adviseert om te starten met 50% van de bolus vooraf en 50% van de bolus twee uur na het eten. En om op basis van de resultaten de verhouding aan te passen.
Bij maaltijden met veel verzadigde en/of transvetten, zoals een pizza, heeft Gary ook een advies. Voor pompgebruikers adviseert hij om de basale insuline afgifte te verhogen met 50% tot acht uur na het eten. Voor pengebruikers adviseert hij naast het opsplitsen van de dosering, ook nog een derde injectie snelwerkende insuline zo’n 4 uur na het eten.
Bespreek met je behandelteam wat voor jou de beste aanpak is.
Mijn ervaring met vetten bij diabetes type 1
Zoals je kunt lezen is het effect van vetten op je bloedsuikers iets om rekening mee te houden. Ik ben voorstander van een gebalanceerde inname (tot 30% van totaal aantal dagelijkse calorieën) van vetten uit voeding. Ook vermijd ik zoveel mogelijk verzadigde en transvetten.
Met deze aanpak kan ik mijn snelwerkende insuline goed aansluiten op de glucosepiek die volgt na het eten van een maaltijd. Ook krijg ik zo voldoende en alle essentiële vetten uit voeding binnen.
Betekent dit dat ik nooit een pizza of patatje eet? Zeker niet. Ik waag me er ook wel eens aan. Maar heel eerlijk gezegd moet ik mijn bloedsuiker vervolgens wel een flink aantal uren nauwlettend in de gaten houden om de late piek op te vangen. Mijn Dexcom G6 CGM helpt me daar met de alarmen enorm mee.
Leer meer over voeding en diabetes in de Fit met Diabetes Community!
In de Fit met Diabetes Community komt het onderwerp voeding regelmatig aan bod. Bijvoorbeeld in de trainingen en cursussen, maar ook tijdens de maandelijkse community calls.
Wil jij ook lid worden van de Fit met Diabetes Community? Bekijk hier meer informatie.
Bronnen:
[1]: https://diabetesjournals.org/care/article/43/1/59/35885/Amount-and-Type-of-Dietary-Fat-Postprandial
[2]: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4512569/
[3]: https://diabetesjournals.org/care/article/39/9/1631/37042/Optimized-Mealtime-Insulin-Dosing-for-Fat-and