Met diabetes type 1 kun je natuurlijk gewoon voetballen. Maar het is wel handig om met een aantal zaken rekening te houden, zoals je bloedsuiker. Zo kun je veilig voetballen met diabetes type 1 én op je best presteren. In dit artikel deel ik mijn informatie en tips als het gaat om mijn bloedsuiker managen en hulpmiddelen gebruiken.
Bespreek aanpassingen in je behandeling altijd met je diabetesverpleegkundige of arts. De inhoud van dit artikel is puur ter informatie en dient niet te worden gebruikt voor het aanpassen van je behandeling.
Bloedsuiker tijdens het voetballen met diabetes type 1
Verschillende soorten sport kunnen verschillende effecten hebben op je bloedsuiker. Zo kunnen hoge intensiteit sporten je bloedsuiker potentieel laten stijgen. Denk hierbij aan boxen, of krachttraining. Lage intensiteit sporten kunnen je bloedsuiker juist laten dalen. Denk hierbij aan joggen.
Voetbal kunnen we zien als een gemixte sport; je wisselt periodes van intense sprints af met periodes waarin je jogt. Je bloedsuiker kan hierdoor zowel stijgen als dalen, afhankelijk van hoe je training of wedstrijd verloopt.
Ook kan sporten je insulinegevoeligheid vergroten. Hierdoor kun je potentieel minder insuline nodig hebben, soms nog uren na de training/wedstrijd.
Controleer je bloedsuiker daarom altijd vooraf, in de rust of tijdens de training, en achteraf.
Let op: een wedstrijd brengt vaak ook een vorm stress met zich mee. Hierdoor kan de bloedsuiker stijgen.
Glucosesensor tijdens het voetballen
Om ervoor te zorgen dat de glucosesensor tijdens het voetballen er niet af wordt gebotst, bijvoorbeeld in een duel, is het verstandig om deze te plaatsen op een plek waardoor het risico hierop kleiner wordt. Bijvoorbeeld de achterkant van de bovenarm.
Desondanks kan het toch gebeuren dat een glucosesensor loslaat of eraf wordt gebotst. Neem daarom altijd je reserve glucosemeter, naalden en strips mee om je bloedsuiker te controleren als dit gebeurt.
Het heeft niet zoveel nut om tijdens het voetballen een nieuwe sensor op te doen, aangezien deze altijd eerst een opwarmperiode hebben.
Insulinepomp tijdens het voetballen
Een insulinepomp (met uitzondering van een draadloze pomp) aanhouden tijdens het voetballen met diabetes type 1 kan, maar dat brengt mogelijk wel een risico mee voor schade aan de insulinepomp en/of het afbotsen van de canule.
Het handigste is daarom het afkoppelen van de insulinepomp gedurende de training of wedstrijd, en om deze na de activiteit weer aan te kopellen.
Het is belangrijk om te begrijpen dat de basale insuline die via een insulinepomp continue wordt toegediend, bestaat uit ‘snelwerkende insuline’. Deze blijft na toediening zo’n 3 tot 5 uur in het lichaam actief.
Dat betekent dat wanneer jij je insulinepomp ontkoppelt vlak voor de training of wedstrijd, er mogelijk nog actieve basale insuline in het lichaam zit. Dit kan invloed hebben op je bloedsuiker tijdens de activiteit, afhankelijk van de hoeveelheid en persoon. Bespreek daarom met je diabetesverpleegkundige of arts of het verstandig of nodig is om je basale insulineprofiel enkele uren vóór de training of wedstrijd aan te passen.
Controleer in ieder geval altijd je bloedsuiker voor het ontkoppelen en controleer tevens actief je bloedsuiker voor, tijdens en na de training of wedstrijd.
Houd er ook rekening mee dat je na een training of wedstrijd gevoeliger kunt zijn voor insuline. Wanneer je de pomp weer aankoppelt, moet je om deze reden misschien je basale insulineprofiel aanpassen om binnen streefwaarden te blijven.
Goed en veilig presteren op het veld
Wanneer je optimaal wil presteren is het belangrijk om je bloedsuiker goed in de gaten te houden. Hoge bloedsuikers kunnen voor verzuring en mindere prestaties zorgen, terwijl hypo’s ervoor kunnen zorgen dat je je minder goed kunt concentreren.
Ook is het belangrijk dat je denkt aan je veiligheid. Informeer daarom altijd de scheidsrechter, je trainer en teamgenoten over jouw diabetes type 1 en vertel hen hoe zij het best kunnen helpen als jij een hypo of hyper hebt.
Als je hulp zoekt voor het verbeteren van je bloedsuiker en verhogen van je Time in Range, kijk dan eens naar de Time in Range Transformatie Cursus.
Bekende voetballers met diabetes type 1
Dat je prima kunt voetballen met diabetes type 1 bewijzen deze bekende professionele voetballers wel:
- Nacho Fernandéz – Spaanse Links Back bij voetbalclub Real Madrid
- Kasper Dolberg – Deense Spits bij voetbalclub OGC Nice
- Jan Arie van der Heijden – Nederlandse centrumverdediger. Speelde o.a. bij Vitesse en Feyenoord
Mijn ervaring met voetballen en diabetes type 1
Zelf heb ik meer dan 10 jaar gevoetbald met diabetes type 1. In die tijd diende ik insuline toe middels pennen. Ik vond het persoonlijk prettig om te trainen of een wedstrijd te voetballen zonder dat er nog actieve snelwerkende insuline in mijn lichaam zat, of dat er nog koolhydraten aan het verteren waren. Meestal at ik daarom zo’n 3 uur voor de training of wedstrijd mijn laatste maaltijd.
Hierdoor werd mijn bloedsuiker meer voorspelbaar, aangezien ik alleen nog met het effect op mijn waardes van de training of wedstrijd rekening hoefde te houden.
Helaas heb ik nooit kunnen voetballen met een glucosesensor; deze bestond toen nog niet!
Wel nam ik altijd reservematerialen mee (glucosemeter, pennen, naalden, etc.). Ook zorgde ik er altijd voor dat ik snelle koolhydraten bij me had om mogelijke hypo’s op te lossen. Ik had de voorkeur voor AA Energy Drank, of Dextro Tabletten.
Ook zorgde ik ervoor dat mijn trainer, team en scheidsrechter altijd wisten dat ik diabetes type 1 had.
Voetbal jij ook met diabetes type 1? Deel je tips hieronder!